Logopedie is een breed vakgebied. Hieronder lees je wat en hoe ik behandel.
Fonologische articulatiestoornis
Bij een fonologische articulatiestoornis kan je kind de klank wel uitspreken, maar is deze klank verkeerd opgeslagen in het brein. We gebruiken hierbij de Metaphon-methode, waarbij het kind eerst leert herkennen wanneer iemand anders een klank expres fout uitspreekt. Zo bouwen we bewustzijn op van de klankeigenschap. Daarna gaat de aandacht naar de eigen uitspraak. Dagelijks oefenen is belangrijk voor blijvend resultaat. Werken aan klankherkenning versterkt ook de basis voor het leren lezen.
Fonetische articulatiestoornis
Bij een fonetische articulatiestoornis, zoals slissen of nasaal spreken, is het lastig een klank goed uit te spreken doordat de spiercoördinatie minder optimaal is. We versterken en activeren de juiste spieren, zoals de tong- en lipspieren, en oefenen de klanken stapsgewijs: van geïsoleerd naar in zinnen en spontane spraak. Dit doen we spelenderwijs, met oefeningen die passen bij de leeftijd en het niveau van je kind.
Taalontwikkeling
Bij een vertraagde taalontwikkeling werk ik vaak met woorden rondom thema’s. Voor jonge kinderen gebruik ik onder andere praatplaten, zelfgemaakte memoryspelletjes of filmpjes. Bij oudere kinderen werken we bijvoorbeeld met moppen of filmpjes waarin woorden vaak terugkomen. Door woorden steeds op een speelse manier aan te bieden, met beeld én geluid, wordt het taalbegrip groter.
Als het taalbegrip voldoende ontwikkeld is, gaan we aan de slag met het vormen van correcte zinnen. Hiervoor werk ik onder andere met Transparant XL, een methode die gericht is op het leren vertellen in goed Nederlands.
Voor thuis raad ik aan om veel voor te lezen — dit ondersteunt de taalontwikkeling enorm.
Taalontwikkelingsstoornis (TOS)
Een taalontwikkelingsstoornis (TOS) is een neurobiologische stoornis in de verwerking en verwerving van taal. Kinderen met TOS hebben moeite met het begrijpen en/of gebruik van taal, terwijl er geen duidelijke oorzaak is zoals gehoorverlies, verstandelijke beperking of onvoldoende taalaanbod.
TOS beïnvloedt meer dan alleen spreken of woordenschat:
het maakt het ook moeilijk om taal in je hoofd te organiseren, gedachten onder woorden te brengen en goed te reageren op taal van anderen.
Vaak wordt pas na langdurige logopedie duidelijk dat het om een TOS gaat.
Als er na een jaar behandeling weinig vooruitgang is, zonder andere verklarende factoren, is er mogelijk sprake van TOS.
Kinderen met TOS hebben gemiddeld 10 keer zoveel taalaanbod nodig als een normaal ontwikkelend kind om taal op te slaan en toe te passen.
Daarom werk ik onder andere:
Jonge kinderen die (bijna) niet spreken
Bij jonge kinderen die nauwelijks spreken werk ik volgens de VAT-principes. Ouders nemen filmpjes op waarin zij de principes toepassen, en ik coach hen in het vergroten van contact en taal van hun kind. Ook gebruik ik het programma Beginnende Communicatie. In alle gevallen werk ik niet direct met het kind, maar coach ik de ouders, zodat zij thuis een taalstimulerende omgeving kunnen bieden.
Auditieve verwerkingsproblemen
Soms hoort een kind goed, maar verwerkt het klanken in de hersenen minder goed. Dit heet een auditieve verwerkingsstoornis (AVP).
Ik werk met:
Zo trainen we spelenderwijs het taalbewustzijn en luistervaardigheid, wat ook helpt bij spelling, lezen en het begrijpen van gesproken taal.
Afwijkende mondgewoonten
Voor het behandelen van afwijkend slikken of mondgewoonten zoals open mond gedrag gebruik ik OMFT (oromyofunctionele therapie). Dit programma duurt ongeveer 12 weken, waarbij je kind wekelijks oefent met onder andere:
– tongklakken
– lipversterkende oefeningen (zoals een knoop tussen de lippen houden)
– slikken met verschillende voedingsconsistenties
Slikken en onze tong gebruiken doen we de hele dag door, zonder erbij stil te staan. Door dagelijks oefenen en visuele herinneringen thuis, leren kinderen weer veilig, sterk en functioneel slikken en gezond tonggebruik. OMFT wordt ook regelmatig ingezet bij slissen.
Veilig slikken
Bij slikproblemen
Slikken lijkt simpel, maar vraagt om samenwerking van veel spieren. Juist bij jonge kinderen of kinderen met motorische uitdagingen, is hierbij gerichte begeleiding belangrijk.
Bij kinderen met autisme of een verstandelijke beperking werk ik veel met indirecte logopedie. Dat betekent dat ik vooral de ouders en andere betrokkenen begeleid. Jij als ouder bent het belangrijkste voorbeeld voor je kind, en ik help je om de communicatie in het dagelijks leven te stimuleren.
Ook help ik bij het opzetten van ondersteunde communicatie, zoals:
Je stem is één van je belangrijkste communicatiemiddelen. Maar wat als je stem je in de steek laat?
In mijn praktijk behandel ik stemklachten bij kinderen én volwassenen, zoals:
Vooral bij mensen die veel spreken, zoals docenten, komen deze klachten vaak voor. Wist je dat de helft van de leerkrachten stemproblemen ervaart tijdens hun carrière?
Spreken doe je niet alleen met je stembanden, maar met je hele lichaam. In de behandeling onderzoeken we eerst hoe de houding, ademhaling en spierspanning je stem beïnvloeden. Vervolgens werken we gericht aan een gezonde stemgeving bijvoorbeeld met:
Samen zoeken we naar manieren om jouw stem weer helder, krachtig en duurzaam te laten klinken. Ook kijken we naar je dagelijkse spreekgewoonten, je werkomgeving en wat je kunt aanpassen om stemklachten in de toekomst te voorkomen.
We hebben je toestemming nodig om de vertalingen te laden
Om de inhoud van de website te vertalen gebruiken we een externe dienstverlener, die mogelijk gegevens over je activiteiten verzamelt. Lees het privacybeleid van de dienst en accepteer dit, om de vertalingen te bekijken.